woensdag 19 oktober 2011

SINGAPORE 19/10 tot 2/11


Raffles marina is pure verwennerij. We hebben hier een zwembad en hottop, douches met veeeeel en warm water, een verse handdoek telkens als we gaan douchen, een fitness, bowlingbaan, restaurant, gratis wifi en tot slot krijgen we ook nog eens elke morgen de krant geleverd aan boord.
Ook de verschillende gratis shuttles per dag naar de metro zijn erg handig. We kunnen vandaar dan de MRT opstappen en de stad ingaan, of bij het winkelcentrum aan het metrostation boodschappen doen.

Singapore op zich is anders ook heel leuk. Heel het eiland is een grote, drukke Westerse stad. Een grote blokkendoos met 5 miljoen inwoners en krakend proper. Ja bijna steriel proper. Met honderden winkelcentrums, verschillende etnische wijken en fantastisch goed georganiseerd stadsvervoer.
We hebben hier wel een beetje een cultuurschok na Indonesië, maar dat gaat snel over. Alleen geraak ik er maar niet aan gewoon dat iedereen op de metro met zijn iPhone of iPad of ander leuk speeltje bezig is. Dat geeft me het gevoel dat ik wel erg ouderwets ben met mijn simpel mobieltje.

Maar in Raffles marina hebben we het zo naar onze zin dat we eigenlijk niet zo dikwijls de stad intrekken. Komt onze Narid wel ten goede, want in de loop van de dag prutsen we en prullen we aan ons bootje en halen weeral wat achterstallig onderhoud in en duikelen dan daarna voor een paar uur het zwembad en het bubbelbad in.



zwembad van Raffles Marina
downtown Singapore

Orchard Road
Chinatown een stad in de stad

Deepavali in Little India of het lichtjesfeest van de Hindu's = Nieuwjaar

Hier wordt het geld verdiend!

Kranen genoeg in Singapore en toch hebben ze geen machinisten nodig


Karweien

en frietjes bakken

vrijdag 14 oktober 2011

NAAR SNGAPORE 14 tem 18 oktober


In konvooi vertrekken we naar Singapore. Kind of Blue heeft namelijk een probleem met hun motor, de gearbox doet het niet meer en kunnen de motor helemaal niet gebruiken. En in Indonesië krijg je zoiets natuurlijk niet gemaakt. Dus zeilen we met een groepje van 5 jachten, waaronder 3 grote met een sterke motor om Kind of Blue te slepen en wij, om indien nodig assistentie te verlenen en vooral om de groep groter te maken bij het oversteken van de drukste Shipping Lane in de wereld.

De eerste dag is er anders wel genoeg wind om te zeilen en zoals gewoonlijk ligt Kind op Blue helemaal op kop, voor Revelation, Sea Topaz, Gemimi en ons. En omdat het een beetje blijft waaien, blijven zij doorgaan om zo ver mogelijk te geraken op eigen kracht. We laten de eerste mogelijke stopplaats links liggen en blijven de hele nacht doorzeilen.

De volgende morgen komen wij vlak na zonsopgang aan de evenaar. Hoewel uitgezonderd de Gemini de rest al een heel stuk voor ligt, stoppen wij toch eventjes en ankeren knal op de evenaar in 12 m water. Wel grappig, de GPS gaat van 0.00.000Z naar 0.00.000N.


We drinken samen met Neptunus een borreltje, bedanken hem omdat we tot hiertoe zonder problemen over zijn zeeën hebben mogen varen en zwemmen vervolgens met Kimberley en Frans een paar keer over de nul-meridiaan.

In de vroege namiddag arriveren we op Pulau Mesanak, waar we met z’n allen eventjes uitrusten en blijven slapen. Hoewel uitrusten, de ring van de stuurautomaat die op het stuur staat gemonteerd is juist helemaal uiteen verbrokkeld. En die ring hadden we nog maar pas vernieuwd in Darwin!($150) Dikke rommel dus zo’n Raymarine Wheel Drive. Enfin we hebben nog een hele oude ring liggen, van de vorige pilot en van het merk Autohelm ( dat niet meer gemaakt wordt) en met een paar aanpassingen is die compatibel met de Raymarine. Ziet er bovendien ook veel steviger uit.

Dag 3, van Mesanak naar Batam hebben we helemaal geen sprietje wind en terwijl ‘Revelation’ ‘Kind of Blue’ sleept, blijven wij andere jachten in de buurt. In plaats van wind krijgen we een serieus onweer in onze nek. Een zwarte wolk schuift voor de hemel en een gordijn regen valt naar beneden, met bliksemschichten en donderslagen angstaanjagend dichtbij. We zien nog maar alleen de boot die vlak voor ons vaart en de rest is verdwenen in de regen. En dat in het drukke vaarwater tussen de eilanden Batam en Bintam. Op de radar zien we tientallen boten, maar buiten... niks.

In de Tering baai, in het noorden van Batam zoeken we een plekje om te overnachten en nadat we eerst een borreltje doen op Revelation kruipen we er vroeg in, opdat we morgen fris en monter zijn om de shipping lane van Singapore over te steken.

De shipping lane van Singapore oversteken lijkt op een autosnelweg oversteken, alleen zijn het hier geen auto’s, maar meestal grote containerschepen. De lane in het kanaal Calais-Dover is er een landweggetje tegen. Nochtans geraakt de sleep Revelation-Kind of Blue zonder probleem aan de andere kant. Het is dan ook echt heel goed te doen, zolang je maar niet naar de AIS kijkt, want dan krijg je zenuwen.

Tegen de middag laten we het konvooi achter in Raffles Marina in Singapore en varen zelf nog 5 mijl de rivier op - tussen Maleisie en Singapore - naar Puteri, aan de Maleisische kant van het water. We komen daar aan in een spiksplinternieuwe sjieke marina maar blijven er maar net lang genoeg om even een noedeltje te eten. De jachthaven op zich is nochtans heel mooi en heel voordeling van prijs, maar ligt ver van alles weg. Eenmaal per week is er een shuttle naar het busstation waar je de bus naar Singapore kan nemen en eens per week een schuttle naar de avondmarkt een beetje verder. De rest van de week moet je steeds een taxi nemen om ergens te geraken en dat in overweging genomen, draaien we ons om en varen terug naar Singapore. Naar de luxe Raffles Marina, waar per dag verschillende gratis shuttles zijn naar de stad en die de eerste maand maar de helft van het normale tarief aanrekent per ligplaats.

donderdag 13 oktober 2011

BELITUNG III


We wilden een scooter huren en naar het stadje gaan dat 20 km van hier ligt, maar krijgen te horen dat we tussen 8u00 en 12u00 niet van of aan boord mogen.
De vice-president komt namelijk naar de ankerplaats - waar ondertussen ook de hele visvloot van Belitung gearriveerd is - om een toespraak te houden en naar de parade van de vissersvloot te kijken.
We moeten ons dus haasten om voor 8u00 aan land te zijn, ofwel wachten tot na de middag en omdat we zo vroeg niet klaar zijn blijven we braafjes de hele morgen aan boord.
‘S Middags wanneer we een hapje willen gaan eten komt er een stortbui over en tussen twee drashen door geraken we juist aan land, maar verder dan de warung op het strand maken we het niet meer vandaag.

Parade van de visvloot

woensdag 12 oktober 2011

BELITUNG II


A big day voor Belitung: de president van Indonesië komt op bezoek. Weken en weken hebben de Belitungers hiernaar uitgekeken, ze hebben heel het eiland opgekuist, de straten versierd en zelfs een hele nieuwe weg aangelegd van het vliegveld tot Kanjung Kelayang, de plaats waar alle zeilers geankerd liggen.

Naar Indonesische gewoonte is er vanavond dan ook een groot galadiner waarbij alle zeilers zijn uitgenodigd en er zelfs 20 yachties zijn uitgelood die met de president aan tafel mogen zitten. Voorwaarde is wel dat iedereen zich traditioneel moet kleden, mannen in batik-hemd en vrouwen in sarong.

Klinkt allemaal interessant, behalve dat ze ons gisterenmiddag hebben gemeld dat alle jachten moeten verankeren tot 2 mijl buiten de ankerplaats. Uit veiligheidsredenen voor de president. Alleen...voor ons is dat niet zo veilig! In 40 m water ankeren en dan nog eens uit de beschutting van een baai is helemaal niet veilig. En met onze dinghy’s 2 mijl varen om aan land te geraken, dat is ook al niet te doen. Dus als we niet mogen blijven liggen dan zeilen we gelijk door naar Singapore zonder naar het galadiner te gaan, besluit zowat de hele vloot.

Wij maken ons vanmorgen dan ook klaar om te vertrekken. Uitklaren, water kopen en diesel tanken maar krijgen in de loop van de morgen te horen dat we kunnen blijven liggen. De president heeft namelijk zijn bezoek afgezegd wegens problemen in Jakarta of zoiets en stuurt zijn vice-president op naar Belitung. Komt ons goed uit, maar we vinden het wel heel erg voor de bevolking van Belitung, die zo hard gewerkt heeft voor deze speciale gelegenheid.

Het galadiner van vanavond gaat anders wel door, maar dan met 5 ministers en geen vice- of president. Dus de avond is misschien iets minder bijzonder, maar het is toch nog altijd plezant om eens in zo’n belangrijk gezelschap te verkeren.

dinsdag 11 oktober 2011

BELITUNG


Voor al de zeilers die willen, is er een uitstap georganiseerd naar het westen van het eiland.
Het is wel een busrit van 2,5 uur naar ginder waar we, zoals naar gewoonte in Indonesië, welkom worden geheten met een traditionele dans. Na de welkomstceremonie krijgen we de gelegenheid om een beetje rond te kijken in het dorp en krijgen we een demonstratie van een gevecht met een geest. Hoewel Belitung net zoals de rest van Indonesië (uitgezonderd Bali) Islamitisch is, geloven ze hier toch nog altijd in geesten en houden ze hun traditionele cultuur toch nog een beetje in stand.


Voor de lunch heeft de regent van West Belitung ons allemaal uitgenodigd. Hij vertelt ons dat ze hier tegen volgend jaar een marina gaan bouwen en wil al een beetje reclame maken. De plaats die ze hebben uitgekozen voor de jachthaven leent zich er inderdaad wel uitermate voor en we zijn het er allemaal over eens dat het wel eens heel mooi zou kunnen worden.

Na het eten gaan we naar het strand en stoppen onderweg bij een supermarkt. Goed idee, want het plaatske waarvoor we geankerd liggen heeft alleen maar een paar kleine toko’s die enkel wat basis spullen verkopen.


Voor we terug naar Tanjung Kelayang rijden, bezoeken we nog een Chinese boeddhistische tempel en spijtig dat we er geen woordje uitleg krijgen, want die Chinesen beleven het boeddhisme precies toch een beetje anders.

Het is laat wanneer we terug zijn en hoewel we ons geamuseerd hebben, vond ik de uitstap op zich toch niet zo erg de moeite. Maar waarschijnlijk zijn we al veel te veel verwend geweest in Indonesië.

zaterdag 8 oktober 2011

NAAR BELITUNG 8 tem 10 oktober


Om 7u00 vertrekken we. Een beetje later als gepland, maar onze wekker is stillgevallen vijf minuten voor hij moest aflopen. Gemini is al weg maar Kind of Blue heeft precies ook vertraging, want die gaan gelijk met ons ankerop.

Halverwege de Kumairivier krijgt Kind of Blue een beetje problemen met de motor, van zodra ze in wat hogere toeren gaan, begint die te stotteren. Ze stoppen dan ook om ernaar te kijken en wij raften ons aan hen vast, zodat Dirk mee kan zoeken naar het probleem. Twee uur later is het opgelost. Er zat vuil in de brandstofleiding zodat de motor lucht aanzoog ipv diesel. Maar met de dinghypomp hebben ze de leiding kunnen doorblazen

Wanneer we de rivier uit en de zee opvaren krijgen we een dikke onweersbui voor ons. We zitten er net ver genoeg achter om niet nat te worden, maar gelukkig wel dicht genoeg bij om wind te hebben, want daarjuist was het, zoals voorspeld, windstil. We hebben er zelf de rest van de dag wind door, maar tegen de avond ook heel veel bliksem en donder en van bliksem op zee hebben we toch een beetje schrik. Daarom koppelen we ook al onze elektronische apparatuur af en leggen die in de oven. (Kooi van Faraday).

Tijdens mijn wacht zie ik op de radar een squall afkomen maar ipv dat die zoals gewoonlijk veel wind bij heeft, pakt die ons de wind af. Er zit niks anders op dan de motor te starten die de rest van de tocht blijft draaien, 37 uur aan één stuk door.

De volgende nacht bots ik bijna tegen een vissersboot op! We zitten juist in het noordoosten van Belitung en gaan tussen de riffen en de eilandjes door. Nu is het vaarwater wel zeker ruim genoeg en valt het heel goed te doen, alleen zitten er enorm veel vissersboten. Die zitten inderdaad soms verschiet achtig dichtbij, maar eentje steekt pas op het laatste moment een blauw lichtje aan dat je bijna niet ziet. Ik hoor hem wel, maar zie niet waar hij precies zit, tot hij dwars voor ons ligt. Ik draai meteen het stuur helemaal om (gelukkig zijn we nu niet aan het zeilen want dan kan dat gevaarlijk zijn) en mis hem op een haar na. Of zo leek het toch, want volgens Dirk had ik nog zeker 3 meter over! Twee minuten later draait hij zijn licht weer uit en wordt volledig opgeslokt door het donker. Pfff is me dat even schrikken en ik sta er letterlijk van te beven.

De rest van de nacht en de volgende dag verloopt zonder verdere incidenten. Iets na de middag komen we aan in Tanjung Kelayang in het westen van Belitung op een overvolle ankerplaats waar weer allerlei festiviteiten aan de gang zijn. We worden ook weer meteen uitgenodigd voor een dinner vanavond maar ze vragen wel iedereen die komt om per land dat aanwezig is een liedje te zingen. Omdat wij maar met 2 Nederlandstalige Belgen zijn ( en 1 Brusselaar) sluiten we ons aan bij de Nederlanders en zingen ‘Daar was eens een meisje loos’ door Anita begeleid op accordeon.


Kumai


vrijdag 7 oktober 2011

KUMAI


In Kumai is het een gekwetter van jewelste van wel duizenden zwaluwen. Ook staan er voor een toch niet zo heel grote havenstad erg veel pakhuizen.
Twee dingen die ons meteen opvielen toen we hier binnenvoeren en wat hebben die nu met elkaar te maken?! Op het eerste zicht niets....ware het niet dat die gebouwen geen pakhuizen zijn maar vogelhuizen.

Het zijn grote, hoge, rechthoekige gebouwen zonder vensters maar met veel luchtgaten aan de zijmuren, waar de zwaluwen naar binnen vliegen en daarbinnen hun nesten maken. En die nesten worden door de eigenaars van zo’n huis geoogst en voor veel geld aan China verkocht, waar zwaluwnestjes een zeer dure delicatesse is.

Aan de staat van de vogelhuizen kan je zo zien dat dit een zeer lucratieve inkomstenbron is, want ze zijn stuk voor stuk mooi geverfd en erg goed onderhouden. Veel beter en mooier dan de huizen van de meeste inwoners van Kumai.
Wat de zwaluwnetsten zelf betreft, op sommige plaatsen hangen er een paar gewoon onder een dakgoot en eerlijk gezegd ziet die er toch alles behalve appetijtelijk uit. Wat die Chinezen nu precies in zwaluwspeeksel en stront zien is me toch een beetje een raadsel. Hoewel ik me meen te herinneren bij de Chinees ooit eens zwaluwnestjessoep gegeten te hebben die best lekker was, maar hopelijk was dat geen echt nestje.
Enfin, morgen vertrekken we naar Belitung en omdat we ondertussen al veel diesel hebben opgestookt willen we hier bijtanken maar...ze verkopen hier de diesel aan het dubbele van de normale prijs aan toeristen. Hij wordt dan wel aan boord geleverd (met je eigen dinghy die ze dan even lenen) en we vinden dat wel normaal dat je voor deze dienst extra moet betalen, maar het dubbele van de prijs....dat vinden we toch een beetje bij zijn haar getrokken. Als we een scooter huren en ermee naar de pomp rijden kunnen we onze jerrycans aan de lokale prijs laten vullen, alleen...het is vrijdagmiddag en dan is alles gesloten om naar de moskee te gaan.
Oké, dan nemen we maar 25 liter in en omdat ze voor water dezelfde politiek voeren, laten we dat maar zitten. In Belitung regent het veel en tot daar geraken we zeker zonder problemen.
Voor de rest zijn we tegen de avond weer helemaal klaar om verder te zeilen.
 
 

dinsdag 4 oktober 2011

TANJUNG PUTTING NATIONAAL PARK 4 tem 6 oktober

Met Dick en Anita van de Kind of Blue en Frans en zijn dochter Kimberley van Gemini, trekken we 3 dagen de jungle van Borneo in. Met zijn zessen huren we een klotok, een rivierboot met een groot dek waarop een tafel met stoelen staat, die s avonds wordt opgeschoven om plaats te maken voor matrassen met klamboe’s. De benedenverdieping van de boot is van de kapitein, de kokkin, de gids en het crewlid, die allemaal hun uiterste best doen om het ons zo goed mogelijk naar de zin te maken.

Om 8 uur s morgens worden we opgehaald en komt er iemand aan boord die gedurende onze afwezigheid op de Narid komt passen. We varen de Sekonyerrivier op naar het Tanjung Puting Nationaal Park. Onderweg zien we makaken, proboscis of neusapen, enkele ijsvogels en zelfs een krokodil, maar die laatste heb ik juist gemist.

Rond de middag komen we aan bij kamp Leakey, een ‘feeding station’ waar de orang-oetans 1 maal per dag bananen krijgen opgediend.
De jungle van Borneo is samen met de jungle van Sumatra de laatste plaats op aarde waar nog orang-oetans voorkomen. Maar door het kappen van de beide oerwouden zijn de orang-oetans heel erg bedreigd en bijna uitgestorven. In kamp Leakey en nog enkele andere centra in het Nationaal park worden weesaapjes opgevangen en gerehabiliteerd tot ze alleen hun plan kunnen trekken in het woud. Maar omdat de jungle zo erg geklonken is en er bijgevolg veel minder voedsel overschiet voor de orang-oetans blijven ze apen in deze centra bij voederen.

Vele apen die in deze kampen zijn opgegroeid blijven dan ook komen en zijn helemaal niet mensenschuw. We zien ze al van ver aankomen, slingerend van tak tot tak. Er zijn ook veel moedertjes bij met zo’n ongelooflijk schattig kleintje aan hun vacht vastgeklampt. Ze halen de zotste toeren uit en hangen in de grappigste houdingen in de bomen. Enkelen onder hen zijn zelf zo stoutmoedig dat ze in je broekzak naar bananen zoeken.

In elke stam is er één alfa mannetje. In kamp Leakey is dat Tom en we hebben geluk dat we hem zien, want Tom komt maar 1 tot 2 maal per maand naar het kamp. Maar wanneer Tom komt, gaan de anderen opzij. En wij ook. Tom is groot, zwaar en een echte ‘King’ met een breed uitgezette kop. Bij de mannetjes apen groeien rond hun 19de jaar de kaken erg breed, maar hoe meer het mannetje vecht hoe breder ze worden.

Het is een ongelooflijke ervaring om de orang-oetans van zo dichtbij te kunnen meemaken. De wezens die het dichts bij de mens staan met 97% hetzelfde DNA en waarmee je echt een verwantschap voelt.

Het worden dan ook 3 fantastische dagen. We gaan nog naar twee andere kampen, maken een wandeling in de jungle en worden aan boord verwend dat het niet meer normaal is. Lekker eten, gefrituurde bananen als tussendoortje en s avonds kunnen we een ongelimiteerde douche nemen met fris rivierwater. Ook met ons zessen kunnen we het heel goed vinden en de dagen vliegen veel te snel om












.