zondag 31 juli 2011

31 juli BANDA V

Wanneer ik helemaal tot het volgende dorp wandel, ondervind ik inderdaad dat het nu niet het fruitseizoen is. Ik zie een hele hoop bananenbomen maar daar hangt bijna niets meer in, de mango’s zijn bijlange nog niet gaar en de ananassen moeten ook nog groeien. Maar dat zal hier geen probleem zijn als je ziet hoe uitbundig de rest hier groeit en bloeit.

Het dorp zelf is heel ordelijk ingedeeld. Smalle betonnen straatjes met aan weerskanten een huisje met tuintje. Niet groot, maar allemaal netjes onderhouden.

Eigenlijk ziet Banda er toch niet uit zoals ik mij Indonesië herinner. Het is hier zo rustig. Behalve natuurlijk als de imam’s tegen elkaar beginnen in te roepen en daar beginnen ze om 5 uur s morgens al aan. Morgen begint trouwens de ramadan, misschien dat het daarom nu al zo stilletjes is. Want zoals bijvoorbeeld op de markt hebben we nog niet veel eetkraampjes open gezien. Ze staan er allemaal verlaten bij.

We gaan dan ook nog eens voor de laatste keer bij Abba eten en het is weer even lekker als vorige keer. Maar hoewel het eten zijn geld meer dan waard is, vinden we de prijs ervoor toch ook niet zo Indonesisch. € 6,5 per persoon plus € 1,30 voor een limoensapje of € 3,00 voor een grote pint bier.
 

zaterdag 30 juli 2011

30 juli BANDA IV



We gaan naar de markt voor verse groenten en fruit, maar dat valt serieus tegen. We hadden een overvloed aan groenten en fruit verwacht, maar ten eerste ligt er niet veel en ten tweede ziet het meeste ervan er nogal verlept uit. Voor mango’s en bananen zijn we te vroeg in het seizoen vertellen ze ons en de groenten worden 1 x per week vanuit Ambon aangevoerd.
Spijtig want we waren na het peperdure Australië echt aan een vitaminenboost toe en waren al
een paar dagen aan het watertanden voor verse ananas en mango’s.



 

vrijdag 29 juli 2011

29 juli BANDA III

Djufri, de leraar Engels vraagt ons of we niet naar zijn klas willen komen zodat zijn leerlingen hun Engels kunnen oefenen met ons. Lijkt Marjo en mij wel leuk en achterop een brommertje worden we naar zijn huis gereden, waar hij 2 dagen per week - de dagen dat er geen Arabisch wordt geoefend - les geeft. Daar wacht zijn jongste klas al op ons. Een klein groepje enthousiaste jongens en meisjes tussen de 11 en 12 jaar.

Ze zingen eerst een paar Engelse liedjes voor ons en stellen zich dan elk één voor één voor. En het is ongelooflijk wat ze op nog maar 10 lessen al niet geleerd hebben, zeker als je bedenkt hoe gebrekkig het Engels is van hun leraar. Die kunnen we amper verstaan!
Nadat ook wij ons hebben voorgesteld mogen ze ons allerlei vragen stellen en het is schattig om zien hoe goed ze hun best doen. Maar dat moet ook, want we krijgen opdracht om hen naderhand een testje af te nemen.

Als de les afgelopen is willen ze met ons op de foto. We dachten dat wij een foto van hen moesten maken, maar nee hoor... Ze halen allemaal hun gsm boven en klik klik we staan erop.
Marjo en ik staan er een beetje verbaasd van te kijken. Een half uurtje geleden nog vroeg Djufri of we geen schriften of pennen hadden om aan de kinderen te geven...of misschien wat geld wilden geven...en ineens hebben ze allemaal het laatste model mobiele telefoon in hun hand en springen op hun gloednieuwe fietsjes naar huis toe.

donderdag 28 juli 2011

28 juli BANDA II


De Banda Archipel bestaat uit 13 kleine eilandjes die uit de diepe Banda zee uitsteken. In totaal wonen er 20.000 mensen verspreid over de verschillende eilandjes.
In het begin van de 15 de eeuw hebben de Europeanen hier veel oorlogen uitgevochten om zowel het bezit van deze Spice Island als om de controle op de handel van de specerijen zoals nootmuskaat, kruidnagel, kaneel en...Overblijfselen vanuit deze tijd zijn het Belgica Fort, Concordia Fort, Hollandia Fort, regeringshuizen en nog een paar monumenten.

Banda is ook erg bekend om zijn kristalhelder water en fantastische onderwaterwereld. Wij wilden vandaag dan ook gaan snorkelen, maar omdat het heel erg bewolkt is met af en toe een drup regen en we dan niet veel zien onder water, gaan we maar in het dorp een kijkje nemen.

Een typisch Aziatisch dorp maar wel heel rustig. Op heel het eiland rijden er maar 4 auto’s rond en ook niet al te veel brommertjes. De mensen zijn supervriendelijk, zeggen allemaal goedendag en de kinderen proberen hun kennis van het Engels op ons uit.
‘s Avonds gaan we nog eens eten bij Abba en wat een verschil met het avondeten van gisteren. Het is echt, zoals Marjo van de Taremaro zegt, onbeschoft lekker.
 

woensdag 27 juli 2011

27 juli BANDA

We varen Banda langs de verkeerde kant binnen, maar hebben dan ook niet veel informatie over Banda. In de pilot (zeilersgids) staat dit eiland niet beschreven, de elektronische kaart geeft alleen ruwweg aan waar het ongeveer ligt en het enige wat we hebben is een oude zeekaart, die geen ankerplaatsen aangeeft.

Banda is een groep van 3 eilandjes; een groot banaan vormig eiland, Banda Besar, met in zijn kromming een vulkaan en het kleine Banda Neira. Omdat ik dacht dat we op het grote eiland moesten zijn en gehoord hadden dat we het beste langs de noorkant konden binnenvaren, stuur ik dan ook tussen het grote en het kleine eiland, op zoek naar de ‘Sabbatical’ die hier al van gisteren ligt. Maar de Sabbatical is nergens te bespeuren. Kan ook niet, want die ligt aan het kleine eiland recht over de vulkaan in de zonnegat baai, waar de hoofdplaats van Banda zou zijn! Eens we weten waar we moeten zijn duurt het dan ook niet lang meer of we liggen naast de Sabbatical met het anker op 16 m diep en twee heklijnen naar de kant rond een palmboom.

Samen met Piet gaan we lunchen in het guesthouse van Abba en hoewel heel simpel, nasi goreng, is het erg lekker. Maar wanneer we terug gaan naar het hotel komen in wiens tuin onze Narid ligt, krijgen we onder ons voeten dat we bij de concurrentie zijn gaan lunchen. We krijgen even de regels van het hotel voorgeschoteld en omdat zij toch een oogje op onze boot houden, moeten wij bij hen komen eten. Oké, geen probleem, vanavond komen we dineren bij jullie, sussen we hen. Maar dat valt tegen...het eten smaakt helemaal niet speciaal en is bovendien duur naar Indonesiche normen!

zaterdag 23 juli 2011

23 tot 26 juli DARWIN-BANDA

Een uurtje nadat de ‘Sail Indonesia’ en ‘Darwin-Ambon rally en race’ is vertrokken gaan wij ook ankerop voor Indonesië. Aan bovengenoemde rally’s doen we inderdaad niet mee, maar begin augustus worden we verwacht in Ambon voor de ‘ Sail Maluka’. Waarom we voor de eerste keer meedoen aan een rally?
Wel, voor je naar Indonesië mag zeilen moet je in het bezit zijn van een visa en ééntje die 60 dagen geldig is en bovendien verlangbaar, krijg je alleen als je een sponsorbrief kan voorleggen op de ambassade. In Indonesië heb je dan ook nog een cruisingpermit nodig (kost minstens US$ 130,00) en moet je een waarborg betalen - 50% van de waarde van je boot- die je normaal gezien terugkrijgt als je uitklaart.
Wanneer je meedoet aan één of andere rally zorgt die organisatie voor de sponsorbrief, regelt de cruisingpermit aan een veel voordeligere prijs en staat borg voor je zodat je die 50% van je bootwaarde niet zelf moet betalen. Natuurlijk kan je dat allemaal zelf regelen, maar Indonesië staat bekent om zijn corrupte bureaucratie en de kans dat je dan veel geld kwijt bent voor je de nodige papiertjes bijeen hebt is dan wel heel groot. Maar omdat we nu geen zin hadden om met meer dan 100 boten mee te doen aan de bekende ‘Sail Indonesia’ hebben we gekozen om aan te sluiten aan de bijna ongekende rally door de Molukken eilanden, die langs veel minder toeristisch gebied gaat en maar € 40,00 p/p kost incl. cruisingpermit.
Enfin, wanneer de meer dan 120 jachten dus vertrokken zijn, zetten wij koers naar Ambon met het kleine eilandje Banda als tussenstop.

De eerste dag, in de golf van Beagle hebben we helemaal geen wind. We moeten wachten tot de volgende morgen, tot we bijna Bathurst eiland voorbij zijn vooralleer we een beetje fatsoenlijk kunnen zeilen.

Dag twee gaat het een halve dag heel goed, maar tegen de middag krijgen we noord-oost wind en bij een koers van 350° is de hoek waaruit die N/O wind komt niet de meest ideale. Niet dat we kunnen klagen van te harde wind en ruwe zee, maar onder de boot stroomt het water van schuinsachter naar schuinsvoor en boven de boot waait het vanuit de tegenovergestelde richting en in de boot lijkt het zo’n beetje zoals in de wasmachine. Het kan nu wel zijn dat wij, na zolang achter het Great Barrief Reef te zitten zondagszeilers zijn geworden en niet meer weten wat het betekent om op open zee te zeilen, maar echt gezellig is het toch niet. En nadat er een paar tassen uit de kast gevlogen zijn en de waterketel van het vuur gekatapulteerd werd door een onverwachte golf, verleggen we de koers iets ruimer.

Ondanks de iets ruimere koers - volgens de weervoorspelling gaat de wind draaien en dan kunnen wij onze koers weer corrigeren - hebben we de derde dag toch bijna evenveel water boven als onder de boot. De boeg wordt overspoeld door overslaande golven en in de kuip klets er ook regelmatig één binnen.

"s Nachts krijgen we squall’s over en wakkert de wind aan tot 25 à 30 knopen. En dat terwijl iedereen ons vertelde dat er in Indonesië meestal te weinig wind is om te zeilen! In de loop van de dag neemt die wind wel af en wordt dag vier toch nog een mooie, rustige zeildag. Omdat onze ETA midden in de nacht valt laten we wel de riffen van s nachts in de zeilen staan en remmen af zodat we Banda bij het eerste daglicht kunnnen aandoen.
 
 

maandag 18 juli 2011

18 tot 22 juli DARWIN III

De laatste week proberen we nog de laatste spulletjes bij elkaar te krijgen en de laatste klusje af te werken. Wat die spulletjes betreft, dat krijgen we niet voor elkaar, maar dat is zo erg niet, zonder geraken we er ook wel.

In Darwin zitten er een stuk of 4 chandlers, maar het is telkens een heel gedoe om er te geraken.
Om te beginnen is het een kwartier varen met ons bijbootje om aan de kant te geraken. De Fannie Bay is heel groot, maar ook heel ondiep en om bij laag water toch nog een beetje water onder de kiel over te houden moet je ten minste 1 mijl van het strand geankerd liggen. Dan is het nog eens 20 minuten rijden met de bus tot Darwin en als je aan de andere kant van de stad moet zijn, moet je nog eens overstappen van bus. Ondertussen hebben we dus al veel uren versleten hier aan ‘onderweg zijn’.


De Indonesische Ambassade organiseert ook nog eens een feestje voor iedereen die naar Indonesië gaat. We kunnen er al eens van de Indonesische keuken proeven en krijgen een heel programma voorgeschoteld van muziek en dans. Een erg plezante avond en mooie introductie tot de Molukken eilanden want nu hebben we er wel helemaal zin in gekregen.

                          


maandag 11 juli 2011

11 tot 17 juli DARWIN II

De Australische ziekteverzekering heeft met de verschillende landen waaronder ook België een overeenkomst gesloten waardoor je als toerist of buitenlander in Australië gratis naar de dokter kan.
Je moet wel eerst even een ‘Medicare Card’ (gratis) gaan ophalen en met die kaart kan je dan naar een ‘Bulk Billing’ dokter die je niet moet betalen. Of als je naar een andere dokter gaat kan je 33% terug claimen van je rekening bij medicare.
Dus als het dan toch gratis is, lijkt het ons geen slecht idee om voor we naar Azië te gaan effe langs de dokter te passeren voor een algemene check up. Enfin effe...we zijn er bijna een ganse week mee zoet. Eerst op consult, dan de volgende dag naar het medische centrum om bloed te laten trekken en twee dagen later nog eens terug naar de dokter voor de uitslag van het bloed. En omdat we dan toch bezig zijn gaan we ook nog eens langs de oogarts en naar de tandarts. Die laatste is helaas niet gratis, die kost me 275 $ om 15 minuten in de stoel te zitten en 1 gaatje te repareren!
                             
Omdat we vinden dat we Australië niet kunnen verlaten zonder ten minste één krokodil gezien te hebben boeken we een tour naar de ‘Jumping Crocodiles’. Ja, het zit hier naar het schijnt vol van die beesten en sommigen hebben ze zelf rond hun boot gehad, maar wij hebben er nog geen enkele gezien.(alleen nog maar zijn spoor)
De tour is wel een echte aanrader en je krijgt niet alleen krokodillen te zien, maar ook nog iets van het landschap want het is een uurtje rijden naar de Adelaide River. Onderweg wordt er gestopt bij de ‘Wetlands’ waar enorm veel vogels zitten en we o.a. een zeerarend zien, een zwarte nek ooievaar, een lange nek schildpad en....
Voor de krokodillen gaan we een bootje in de rivier op. Om de beesten te lokken worden ze gevoerd met hompen vlees en oké ze zijn dan misschien een beetje geconditioneerd, maar het is echt wel machtig om zo’n beest van dichtbij te zien. Hem te zien afkomen, een beetje te zien snuffelen aan het vlees, te zien twijfelen of hij dat wel wil. Zijn kop eens uit het water te zien steken en dan, na wat dralen toch uit het water te springen om het te pakken. Echt heel plezant en er zit hier een hele kolonie van die voorhistorische beesten!


 


 

woensdag 6 juli 2011

6 tot 10 juli DARWIN

We hebben tamelijk wat te doen hier in Darwin, dus na één dagje rust vliegen we er al meteen in.
Eerst naar de Douane om ons aan te melden in Darwin. Precies of ze niet weten dat we hier zijn... ze zijn sinds Seisia bijna dagelijks met hun vliegtuigje over ons overgevlogen en hebben ons ettelijke keren gevraagd om de naam van de boot te spellen en waar we naar toe gingen. Een keer was ik ze voor en had ik ze zelf opgeroepen. Toen stonden ze daar een beetje met hun mond vol tanden en zeiden dat ze wisten bij welk groepje boeten we hoorden en onderweg waren naar Darwin.

Vervolgens naar de Indonesische Ambassade voor visa’s. We hadden een beetje schrik dat ze daar moeilijk zouden doen over onze paspoorten, maar dat viel heel goed mee. In de nieuwe Europese reispassen zit toch een hard plastic blaadje om vervalsing van het paspoort moeilijker te maken en dat plasticje is ondertussen uit mijn paspoort gescheurd en hangt bij Dirk met nog een puntje vast. Nu telkens als we onze pas ergens moeten laten zien, vragen we om voorzichtig te zijn met dat plastic blaadje van Dirk en dat van mij niet te verliezen. Omdat we de paspoorten een week moeten achter laten op de Ambassade zei die bediende die ons hielp dat ik dat plasticje maar zelf moest bijhouden en heeft dat van Dirk er maar meteen uitgescheurd zodat hij het zeker niet kwijt zou doen.

Wanneer we rond zijn met de administratie beginnen we met klusjes aan de boot. Onder andere voor de zoveelste keer al de naden van de buiskap verstikken. Eigenlijk is de buiskap helemaal op, maar we zouden er toch nog graag mee in Maleisië of Thailand geraken waar een nieuwe laten maken betaalbaar is.

Zondag gaan we naar de Beer Can Regatta bij Mindil Beach. Een race van bootjes gemaakt uit bierblikjes tegen bootjes gemaakt uit frisdrankblikjes. Erg grappig en sommige ontwerpen van bootjes zijn heel creatief.

Aansluitend gaan we naar de Sunset Market die elke donderdag en zondag wordt gehouden op Mindil. Je gaat daar ergens op een stoel zitten ( als je zeker wilt zijn dat je kan zitten breng je je eigen stoel mee) luistert er naar de groepjes die muziek spelen, snuift de geuren op van al de eetkraampjes die er staan en kiest dan bij welk stalletje je wat te eten gaat kopen. Bij de Thai, de Griek, de Portugees, de Chinees, de Indiër, Sri Lankees of....

5 juli ALCARO BAY-DARWIN

Tussen de Alcaro Bay en Darwin zitten nog twee lastige stukjes. Namelijk Cape Don en Cape Hotham. Bij de eerste Kaap wordt de helft van de Arafua Sea (de zee tussen Papua New Guinea, Indonesië en Australië) door de smalle Dundas Street de Van Diemen Golf ingeperst en 60 nm verder, bij de tweede Kaap, wordt die door nog een smallere straat de Beagle Golf ingewrongen. Of andersom.
Het kan daar dus serieus stromen en ja, lastig is dat eigenlijk niet, maar je moet wel goed tellen om er op het juiste moment te zijn zodat je de stroom in je voordeel hebt.

Om 5.30 am gaan wij ankerop en zijn eigenlijk iets te laat. Bij het ronden van de Kaap hebben we wel 3,5 kn stroom mee, 6 Beaufort scherpe wind en halen met een half tuig snelheden tot 11,3 knopen!!! maar na 4 uurtjes al neemt de stroom af en keert zelfs.

Nu was het oorspronkelijk de bedoeling om voor het volgende ‘lastige stukje’ te overnachten en dat de volgende dag te doen. Maar omdat we nu juist op het goede moment bij Cape Hotham zijn en geen zin hebben om morgen nog eens zo vroeg op te staan gaan we gelijk door. Wel zonde dat de wind zo ineens verdwenen is, want het tweede deel moeten we helemaal op de motor doen.

Om 10 uur ‘s avonds komen we aan in Darwin. Onze laatste stop in Australië want van hier gaan we naar Indonesië. Maar dat is pas voor binnen een kleine 3 weken. Eerst even uitblazen van de om en bij 2800 nautical mijl die we hier gezeild hebben en ons bootje weer tip top in orde brengen voor de volgende run.

dinsdag 5 juli 2011

4 juli PORT ESSINGTON-ALCARO BAY

Naar de Alcaro Bay is het maar een kort stukje, dus we zijn helemaal niet gehaast om ankerop te gaan en nemen er rustig de tijd voor.


Zes uur later liggen we weer rustig achter ons anker, maar worden wel bijna uitgerookt want op de kant is het weer serieus aan het branden. Sinds Magnetic Island hebben we regelmatig bushfire’s gezien en hoewel het er het seizoen voor is, zijn deze meestal expres aangestoken. De inheemse Australiër steekt stukken land in brand om de vegetatie in toom te houden en om de graslanden een boots te geven . Of om de tracks die overwoekerd zijn weer vrij te maken. Sommige planten en bomen zijn zelfs helemaal ingesteld op deze branden. Bij een soort van eucalyptus bijvoorbeeld openen de zaadzakjes zich bij een brand en kan de boom zich dan pas voortplanten. Andere planten hebben zich dan weer aangepast om snel te herstellen na een brand. Een beetje een ongewone manier om onkruid te wieden, maar hier schijnt het wel te werken.

vrijdag 1 juli 2011

1 tot 3 juli WESSEL ISLANDS-PORT ESSINGTON

Twee etmalen hebben we nodig om in Port Essington te geraken. In het algemeen erg rustig behalve de eerste nacht, die was nogal bokkig. Ik denk dat Dirk toen door alle putten in het water gezeild is, maar hij zegt dat hij er nog enkele gemist heeft want het was zo donker dat hij ze niet allemaal kon zien.

Port Essington is een hele grote diepe baai met allemaal kleine baaitjes, die bijna de Cobourg Peninsula doormidden snijdt. In 1938 hebben de Britten geprobeerd om er de stad Victoria te bouwen, maar omdat het te afgelegen was van de rest van de wereld en ze alleen communicatie hadden via de (onbetrouwbare) zee, hebben ze dat na 11 jaar opgegeven.

Nu is de hele baai Nationaal Park geworden met één exclusief resort, enkel te bereiken via de lucht of de zee (helikopter of boot dus) .
Van zeilboten die voor ons zitten hadden we gehoord dat het resort momenteel nogal verlegen zit om gasten en daarom de yachties met open armen ontvangt. We zagen het dan ook helemaal zitten om er een paar dagen aan het zwembad te gaan liggen en er misschien eens lekker te gaan eten. Tot we van een andere boot hoorden dat het wel $ 25,00 kost de man om er aan land te gaan. Park Fee! En $ 55,00 de man om er niet zo fantastisch te eten. Met dat geld vinden we, kunnen we wel iets anders doen.

Ongeveer in de helft van Port Essington ankeren we juist onder Table Head naast de Gemini en de Kind of Blue. Enkele mijlen voorbij het resort zodat we zeker niet in de verleiding kunnen komen om toch naar de kant te gaan.